Oorzaken De oorzaak voor de ziekte van Alzheimer is niet bekend. Er zijn wel verschillende risicofactoren beschreven voor de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer, waarbij leeftijd de belangrijkste is. Naast leeftijd zijn meerdere risicofactoren benoemd, zoals erfelijke factoren die een rol kunnen spelen en geslacht: het lijkt vaker voor te komen bij vrouwen, maar het is niet duidelijk of dit door de hogere levensverwachting wordt veroorzaakt. Andere beschreven risicofactoren zijn hoge bloeddruk op middelbare leeftijd en diabetes. Deze risicofactoren zijn vrijwel nooit alleen verantwoordelijk voor het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Er is altijd een samenspel van verschillende (grotendeels nog onbekende) combinaties van genetische en niet-genetische factoren die samen leiden tot dementie. Bij de ziekte van Alzheimer ontstaan eiwitophopingen in de hersenen, die plaques en tangles worden genoemd. De plaques zijn abnormale ophopingen van het eiwit amyloid tussen de zenuwcellen. De tangles zijn draadvormige eiwitten die bij de ziekte van Alzheimer in verhoogde mate in de zenuwcellen voorkomen. Tevens treedt er verschrompeling op van de buitenste laag van de hersenen. De oorzaak hiervoor is niet bekend. Behandeling De ziekte van Alzheimer is niet te voorkomen of genezen, maar wel te vertragen en/of stabiliseren. Voor deze behandeling zijn 3 soorten medicijnen op de markt: Rivastigmine (Exelon), Galantamine (Reminyl) en Memantine (Ebixa). De effecten zijn niet groot, gelden voor een deel van de mensen met Alzheimer en voor een beperkte duur. Eén van de belangrijkste preventieve maatregelen voor dementie is het vroegtijdig behandelen van hypertensie. Het preventieve effect van een gezonde levensstijl staat minder vast, maar is wel belangrijk. Fases van de ziekte Naast de toenemende geheugenstoornissen, waarbij nieuwe informatie niet opgeslagen wordt, kunnen ook stoornissen in andere domeinen optreden. Voorbeelden hiervan zijn problemen met rekenen (dyscalculie), problemen bij het kennen en herkennen van personen of voorwerpen (agnosie) en problemen met het uitvoeren van ingewikkelde handelingen (apraxie). Karakteristiek voor de ziekte van Alzheimer is het sluipende begin en de langzaam progressieve achteruitgang van cognitieve functies. Naast de cognitieve veranderingen kunnen zich ook persoonlijkheidsveranderingen voordoen. Voorbeelden hiervan zijn sociale afzondering, angst of prikkelbaarheid. Deze veranderingen uiten zich voornamelijk in een verminderde zelfredzaamheid en karakterveranderingen. In het verloop van de ziekte van Alzheimer zijn meerdere stadia te onderscheiden. In het begin van de ziekte vinden vooral geheugenstoornissen plaats in het korte termijn geheugen. De signalen zijn in het begin vaak zo subtiel dat men ze nog niet opmerkt. Het volgende stadium wordt gekenmerkt door een toename in cognitieve klachten. Waar het eerste stadium zich voornamelijk beperkt tot het korte termijn geheugen, komen in dit stadium meerdere cognitieve klachten voor, met name in het hogere mentale functioneren. In deze fase zal de persoon met dementie meer problemen ervaren met betrekking tot het lange termijn geheugen en zullen klachten zoals oriëntatiestoornissen en taalproblemen (afasie) zich voordoen. De omgeving kan daardoor soms verwarrend en bedreigend zijn en eenvoudige opdrachten kunnen niet meer goed uitgevoerd worden. Afleidbaarheid, irritabiliteit en wantrouwen nemen toe, waarbij vaak het zelfvertrouwen daalt. Ten slotte zal de persoon met de ziekte van Alzheimer bedlegerig worden en volledig afhankelijk worden van anderen. Hierbij zullen ook de lichamelijke functies verder verzwakken. De hogere mentale functies worden in deze fase aangetast, maar het zicht en gehoor blijven intact. De duur van deze fase varieert sterk en kan maanden tot jaren blijven bestaan. Verschillen tussen jong en oud Het hiervoor beschreven ziekteproces lijkt op bepaalde punten wat anders te verlopen op
jongere leeftijd dan op oudere leeftijd. Op jonge leeftijd lijken geheugenproblemen in de beginfase minder opvallend te zijn. Stoornissen in de taal, het herkennen van personen of voorwerpen of het uitvoeren van complexe handelingen staan juist meer op de voorgrond dan op oudere leeftijd. Bovendien is er bij jonge mensen met de ziekte van Alzheimer sprake van een beter ziekte-inzicht dan bij ouderen en dat kan leiden tot een depressieve stemming. Tevens blijkt er bij jonge mensen met Alzheimer minder vaak sprake te zijn van gedragsveranderingen, zoals apathie, depressie, angst, wanen, agitatie of prikkelbaarheid. Bronnen: wegwijs in dementie op jonge leeftijd Landelijke stuurgroep jong dementerenden. Handboek dementie.
RAPID COMMUNICATIONS IN MASS SPECTROMETRYRapid Commun. Mass Spectrom. 2002; 16: 2075±2082Published online in Wiley InterScience (www.interscience.wiley.com). DOI: 10.1002/rcm.828Electrospray ionization tandem mass spectrometric studyof the aconitines in the roots of aconite Yong Wang, Zhiqiang Liu, Fengrui Song and Shuying Liu* The New Drug Laboratory of the Changchun Institute of Applied C
Prof. Dr. Rüdiger Hehlmann Director III. Medizinische Klinik, Mannheim III. Medizinische Klinik Medizinische Fakultät Mannheim der Universität Heidelberg Wiesbadener Str. 7-11 68305 Mannheim 0621 383 4115 (phone) 0621 383 4201 (fax) [email protected] SCIENTIFIC VITA Assistant, Max Planck Institute for Biochemistry, Munich Research Fellow, University of Rochester, N