Lijst van verboden farmacologische groepen van stoffen en verboden methoden (“de dopinglijst”) I. Verboden groepen van stoffen A. Stimulantia B.
1. androgene anabole steroïden 2. ß2-agonisten D. Diuretica E.
II. Verboden methoden A. Bloeddoping B.
Toediening van kunstmatige zuurstofdragers of middelen die het plasmavolume vergroten
Farmacologische, chemische en fysieke manipulatie
III. Groepen van verboden middelen onder bepaalde omstandigheden A. Alcohol B. Cannabinoïden
ß-receptorblokkerende stoffen (bètablokkers)
IV. Out-of-competition controles
Bij de hier genoemde verboden farmacologische groepen van stoffen en methoden, worden in het navolgende overzicht per groep voorbeelden van deze stoffen en methoden opgesomd met daarbij de toevoeging "en verwante stoffen en/of verbindingen". Onder "verwante stoffen en/of verbindingen" worden die stoffen en methoden verstaan die aan de stoffen in de betreffende farmacologische groep vanwege hun farmacologische werking en/of chemische structuur verwant zijn. Deze stoffen en methoden zijn dus eveneens verboden. N.B. Bij het opstellen van de Lijst van verboden farmacologische groepen van stoffen en verboden methoden is de uiterste zorgvuldigheid betracht. Noch het WINAp (Wetenschappelijk Instituut Nederlandse Apothekers), noch de KNMP(Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie), noch het NeCeDo (Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken) kan enigerlei aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit type- en zetfouten, tussentijdse wijzigingen in de lijst of andere onjuistheden.
01 september 2001 I-A Stimulantia I-B Narcotische analgetica
01 september 2001 I-C Anabole middelen I-D Diuretica 1 androgene anabole steroïden 2 ß2-agonisten
01 september 2001 I-E Peptide hormonen, II-A Bloeddoping II-CFarmacologische, mimetica en analoga chemische en fysieke manipulatie II-B Toediening van kunstmatige zuurstofdragers of middelen die het plasmavolume vergroten
01 september 2001 III-A Alcohol III-B Cannabinoïden (12) III-C Lokale anaesthetica (13)
01 september 2001 III-D Gluco- III-E ß-receptorblokkerende IV Out-of-competition corticosteroïden stoffen (bètablokkers) (15) controles I-C (anabole middelen), I-D (diuretica), I-E (peptide hormonen, mimetica Categorie II (verboden
01 september 2001 NOTEN (1) Het gebruik van ß2-agonisten is verboden. Slechts het gebruik van formoterol, salbutamol, salmeterol en terbutaline is toegestaan per inhalatie voor de preventie en/of behandeling van astma en inspanningsastma. Schriftelijke melding van astma en/of inspanningsastma door een longarts of teamarts aan de relevante medische autoriteit is noodzakelijk. Zie ook noot (4). (2) In geval van cathine wordt een monster als positief beschouwd bij een concentratie in de urine hoger dan 5 microgram per milliliter. In geval van efedrine en methylefedrine wordt een monster als positief beschouwd bij een concentratie in de urine hoger dan 10 microgram per milliliter. In geval van fenylpropanolamine en pseudo-efedrine wordt een monster als positief beschouwd bij een concentratie in de urine hoger dan 25 microgram per milliliter. (3) In geval van coffeïne wordt een monster als positief beschouwd bij een concentratie in de urine hoger dan 12 microgram per milliliter. (4) In geval van salbutamol wordt een monster als positief beschouwd in de categorie “stimulantia” bij een concentratie in de urine hoger dan 100 nanogram per milliliter. Een monster wordt als positief beschouwd in de categorie “anabole middelen” bij een concentratie in de urine hoger dan 1000 nanogram per milliliter. (5) De belangrijkste metaboliet van nandrolon, 19-norandrosteron, is bij vrouwen toegestaan tot een concentratie in de urine van 5 nanogram per milliliter, bij mannen tot een concentratie in de urine van 2 nanogram per milliliter. (6) Bij een ratio tussen de totale concentratie van testosteron (T) ten opzichte van die van epitestosteron (E) in de urine van een sporter groter dan 6 : 1 is er sprake van een overtreding, tenzij er bewijs is dat er een fysiologische of pathologische oorzaak aan deze T/E ratio ten grondslag ligt, zoals b.v. een lage epitestosteron uitscheiding, produktie van androgenen door een tumor, of enzymdeficiënties. In geval dat de T/E ratio groter dan 6 is, is de verantwoordelijke autoriteit verplicht een onderzoek te doen voordat het monster positief verklaard wordt. Er zal een rapport worden geschreven dat een overzicht van voorgaande tests, volgende tests en alle resultaten van endocrinologisch onderzoek bevat. Indien er geen voorgaande tests beschikbaar zijn, moet de atleet tenminste éénmaal per maand gedurende drie maanden onaangekondigd gecontroleerd worden. De resultaten hiervan moeten in het rapport worden verwerkt. Weigering aan de onderzoeken mee te werken, zal er in resulteren dat het (oorspronkelijk) monster positief verklaard wordt. (7) Mannitol is verboden wanneer intraveneus geïnjecteerd. (8) Alleen voor mannen verboden. (9) Alleen toegestaan om insulineafhankelijke diabetes te behandelen. Schriftelijke melding van insulineafhankelijke diabetes door een endocrinoloog of teamarts aan de relevante medische autoriteit is noodzakelijk. Bron: www.necedo.nl
01 september 2001 (10) Een epitestosteronconcentratie in de urine hoger dan 200 nanogram per milliliter moet worden onderzocht zoals genoemd in noot (6). (11) Wanneer de regels van de verantwoordelijke autoriteit dat aangeven, zullen er tests op ethanol worden uitgevoerd. (12) Wanneer de regels van de verantwoordelijke autoriteit dat aangeven, zullen er tests op cannabinoïden (marihuana, hasj, etc.) worden uitgevoerd. Tijdens de Olympische Spelen zullen tests op cannabinoïden worden uitgevoerd. Een concentratie in de urine van 11-nor-delta 9-tetrahydrocannabinol-9-carboxyzuur (carboxy-THC) hoger dan 15 nanogram per milliliter is verboden. (13) Injecteerbare lokale anaesthetica zijn onder de volgende voorwaarden toegestaan: a) bupivacaïne, lidocaïne, mepivacaïne, procaïne, etc. mogen worden gebruikt, maar cocaïne niet. Vasoconstrictieve
stoffen (b.v. adrenaline) mogen samen met lokale anaesthetica gebruikt worden.
b) Het lokaal anaestheticum mag alleen lokaal of intra-articulair worden toegediend. c) Het gebruik dient medisch verantwoord te zijn Wanneer de regels van de verantwoordelijke autoriteit dat aangeven, kan melding van de toedieningswijze noodzakelijk zijn. (14) Het systemisch gebruik van glucocorticosteroïden is verboden wanneer oraal of rectaal toegediend of door intraveneuze of intramusculaire injectie. Wanneer medisch noodzakelijk is het gebruik van glucocorticosteroïden door middel van lokale of intra-articulaire injecties toegestaan. Wanneer de regels van de verantwoordelijke medische autoriteit dat aangeven, kan melding van de toediening noodzakelijk zijn. (15) Wanneer de regels van de verantwoordelijke autoriteit dat aangeven, zullen er tests op bètablokkers worden uitgevoerd. De lijst van verboden farmacologische groepen van stoffen en methoden is door het Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo) in samenwerking met het WINAp (Wetenschappelijk Instituut Nederlandse Apothekers) samengesteld. De lijst is bijgewerkt tot en met juni 2001. Tot slot dient opgemerkt te worden dat de lijst is samengesteld op basis van het Nederlandse Geneesmiddelenpakket en dus niet mag worden gehanteerd als een uitputtend overzicht van alle dopingmiddelen die ergens ter wereld verkrijgbaar zijn.
L’allergia riconosce un’eziologia complessa e articolata : atopia, esposizione, sensibilizzazione. Solo considerando nella sua globalità l’eziopatogenesi dell’allergia si può avere una chance di sconfiggere questa malattia. Negli ultimi decenni malattie come asma allergica, rinocongiuntivite allergica, dermatite atopica, orticaria. Un tempo considerate forme relativamente rare, hanno
DOFETILIDE (TIKOSYN ™ ) INITIATION OF PAGE 1 OF 2 Cardiologist: 1. Only cardiologists on the Tikosyn Prescriber Registry may order this agent (pharmacy to verify by calling manufacturer if necessary). Admit or transfer patient to one of the following areas: ICU, CCU, or PICU. Only a Tikosyn credentialed RN may administer dofetilide. Verify the patient has not taken verap