Leishmania is een ziekte, die voorkomt in het Mediterrane gebied. Het is een soort parasiet, die zich nestelt in de witte bloedcellen. Hij kan jaren aanwezig zijn, zonder dat de hond klachten heeft. Dat betekent dat een hond drager kan zijn, maar de ziekte hoeft zich niet te ontwikkelen. Het wordt overgebracht door de zandvlieg, een kleine steekmug die tussen zonsondergang en zonsopgang actief is. Tot nu toe komt deze mug alleen nog voor rond het Middellandse zeegebied, maar met de veranderingen in ons klimaat wordt verwacht, dat de mug ook langzaamaan onze kant oprukt. De incubatietijd van leishmania is lang, het kan variëren van enkele maanden tot zelfs 7 jaar, voordat een besmette hond klachten krijgt. Wanneer de parasieten zich verspreiden door het lichaam hebben ze een voorkeur om zich te nestelen in de lymfeklieren, het beenmerg, de milt en de lever. De symptomen kunnen vaag en wisselend zijn. Veel voorkomende klachten zijn: vermageren, kaalheid voornamelijk rond de ogen en aan de oren, afwijkende, snelgroeiende nagels, wisselende kreupelheid, braken en diarree, veel drinken en veel plassen. In een later stadium zien we vaker chronisch nierfalen, dit is ook meestal de doodsoorzaak van een met leishmania besmet dier. De ervaring leert dat opgezette lymfeklieren, een slechte algehele conditie en huidafwijkingen de belangrijkste klachten zijn. Om uit te vinden of een hond daadwerkelijk besmet is met leishmania, is een lastig verhaal. Meestal wordt uitgebreid bloedonderzoek gedaan om te kijken of er afwijkingen in het bloed te vinden zijn die in verband gebracht kunnen worden met leishmania. Dan kan de leishmaniatiter bepaald worden, om te kijken of er antistoffen in het lichaam aanwezig zijn. Verder kan er een beenmergpunctie gedaan worden, of een punctie in de lymfeklier om te kijken of de parasiet aangetroffen wordt. Indien inderdaad blijkt dat er parasieten in het lichaam zijn aangetroffen, is het zeker dat het dier besmet is met leishmania. Indien er antistoffen aangetroffen zijn is het dier in ieder geval met de parasiet in contact geweest. In combinatie met klachten is het een goede reden om te behandelen. Wanneer er echter niets uit de testen komt, geeft dit helaas niet de garantie dat de hond niet besmet is. De parasiet wordt namelijk niet altijd aangetoond. Als gebleken is dat de hond leishmania heeft en behandeling nodig heeft, kan het beste begonnen worden met Allopurinol. Dit moet minimaal een half jaar volgehouden worden. Het is raadzaam om 6 weken na de start met Allopurinol een (bloed)onderzoek te doen ter controle. De klachten moeten dan flink afgenomen zijn of helemaal verdwenen. Na een half jaar is het raadzaam om weer een controle onderzoek te doen en zijn de klachten nog steeds weg, kan gestopt worden met de medicatie. Is er weinig tot geen verbetering met de Allopurinol, dan zijn er 2 mogelijkheden om de behandeling uit te breiden. Naast de allopurinol kan met dan met Milteforan beginnen. Dit is een drankje wat in combinatie met de Allopurinol gegeven kan worden. Het is een relatief nieuw middel, dat ook veilig gegeven kan worden indien de nierfunctie verstoord is. Ook kan er gekozen worden voor injecties met Glucantime. Ook dit middel wordt gegeven in combinatie met Allopurinol, het is wel verstandig om de dosering van de Allopurinol te verlagen. Glucantime is echter erg belastend voor de nieren en kan beter niet gegeven worden als de nierfunctie al niet goed meer is.
Tenslotte nog enkele wetenswaardigheden over leishmania:
het is haast niet besmettelijk voor andere dieren of mensen, het kan alleen
overgedragen worden via bloed en dan is de kans nog minimaal;
Leishmania is helaas niet te genezen. Zijn de klachten verdwenen, is het wel belangrijk
Trigeminal neuralgia is a rather rare disease with between 4 and 40 new cases – depending on the study quoted – per 100,000 persons each year. The disease usually affects people aged 40 and older and strikes 1.5 times as many women as men. Patients with trigeminal neuralgia typically experience attacks of intense pain lasting for several seconds on one side of the face. The pain usually
Door Peter Wonink, Jan Wessels en Erik van der Garde* “het zijn de kleine dingen die het doen…,” zongen Saskia en Serge al in 1971, maar ruim 40 jaar later is het nog steeds actueel. ook bij keuzes voor het beheer en onderhoud van riolerings- systemen, stellen ingenieur Peter Wonink (Roelofs advies en ontwerp), adviseur Jan Wessels (Kijlstra Riolering) en adviseur erik van de